Het avontuur begint al vroeg in het leven van Bas Jan Ader (1945- vermist 1975). Hij groeit op in het dorpje Hongerige Wolf, vlakbij de zee, in Noordoost-Groningen. Door zijn onhandelbare gedrag belandt hij in een pleeggezin en op een kostschool. Hij spijbelt veel. Stiekem de Waddenzee op met garnalenvissers. Steeds weer dat verlangen naar de zee, de drang om de horizon op te zoeken. Hij gaat naar de kunstacademie in Amsterdam, maar maakt deze niet af. Op zijn negentiende lift hij naar Marokko om vandaar als bemanningslid op een zeiljacht de oceaan over te steken naar Los Angeles. Het is een beproeving. Vreselijke stormen, wekenlange windstiltes.In de V.S. volgen de eerste successen: Jackie Kennedy koopt een tekening van hem (‘Amerika bracht Basjan (19) uit Groningen onverwacht succes’, kopt het Vrije volk).

Terug in Nederland, het is inmiddels eind jaren zestig, begint hij te werken met film. Het is tijd dat kunstenaars steeds meer belang gaan hechten aan het idee achter het kunstwerk, het concept. Met een vette knipoog naar de o zo serieuze kunstwereld verheffen conceptuele kunstenaars het concept tot kunst. Zijn meest ambitieuze project werd ook zijn laatste: het tweede deel van het drieluik ‘In search of the miraculous’. Het eerste deel van ‘In search of the miraculous’ bestond uit een serie foto’s van een nachtelijke zoektocht door Los Angeles. Het derde deel zou het fotoverslag van een nachtelijke wandeling door Amsterdam omvatten. Maar het project eindigde met de onvoltooide zeilreis.